Dit was zien laand.
18 december 2016
Het was koud. Eigenlijk wilde hij hier niet zijn. Zijn ogen tuurden naar de dobber, zonder dat hij het eigenlijk zag. Scherpe blauwe ogen, nog even scherp en blauw, als toen hij 18 was. Maar in een gezicht dat was gegroefd door de tijd.
Lees verder..
24 december 2016 Het was kil in de kamer. Groene ogen keken naar de digitale wekker. Ze zag dat het al acht uur geweest was. Later dan ze had gewild. Ze sliep slecht de laatste tijd. Meestal viel ze pas tegen de ochtend in slaap. Ze wist dat de vermoeidheid op haar gezicht te lezen was. Alleen haar groene ogen waren nog even scherp als toen ze 18 was.Lees verder..
19 januari 2017 Blauwe scherpe ogen tuurden nietsziend naar het water. Het was koud. Maar ondanks de vorst op deze vroege januarimorgen, rook hij de eerste tekenen van het voorjaar. Enkele vogels tjilpten voorzichtig optimistisch, in afwachting van warmer weer.Lees verder..
11 februari 2017 Zijn hengels stonden onaangeroerd in het schuurtje. Het schuurtje was verzakt. Maar dat interesseerde hem al lang niet meer. Hij liep door de deur naar buiten. De ijzige oostenwind sneed in zijn gezicht.Hij moest lachen om zichzelf. Om het gemak waarmee hij zijn grenzen naar beneden toe had bijgesteld.Lees verder..
19 februari 2017 Elke dag stak hij twee keer de onzichtbare grens over. De grens van buiten het winningsgebied en er binnen.De terugweg voelde hij bijna fysiek de grens van troosteloosheid die de afgelopen jaren bezit had genomen van zijn land. Hij hoopte dat het voorjaar snel zou intreden.Lees verder..
11 maart 2017 Blauwe ogen keken over het land. De kleur van het licht gaf aan dat het voorjaar was begonnen. Hij zag niet dat zijn dobber verstrikt raakte in het riet. Hij probeerde zich voor te stellen hoe het landschap er over een jaar of twintig uit zou zien. De jeugd zou dan zijn vertrokken. En hij zou oud zijn.Lees verder..
1 april 2017 Blauwe ogen keken naar de dobber. Het was lang geleden, dat hij hier was geweest. Vanmorgen was ergens diep uit zijn binnenste een oergevoel van vreugde over het voorjaar in hem opgekomen. Het gevoel wat hem normaal gesproken de energie gaf, om naar buiten te gaan. De tuin om te spitten, het gras te maaien.Lees verder..
12 april 2017 Hij kon zijn dobber nauwelijks nog zien. De regen kwam met geweld naar beneden. Druppels tekenden kringen in het water. Zoals de aardbevingen kringen in het land hadden getekend. Onder hun huizen, onder zijn huis. Met droge ogen had men beweert dat er geen schade kon zijn.Lees verder..
14 april 2017 Blauwe ogen tuurden naar het water. Hij rook nog vaag de rook van de paasvuren in Duitsland. Het was blijven hangen in de mist. Het was windstil. Geen geluid. De meeste mensen sliepen nog.
Even verderop zaten twee eenden naast hem. Het stoorde hem niet. En zo te zien stoorden zij zich niet aan hem.Lees verder..
23 april 2017 Op weg naar huis, met een iets te hoge snelheid had hij het gezien. Vanuit zijn ooghoek. Het huis waarvan de erker meer dan een jaar met palen overeind was gehouden, was eindelijk hersteld. Hij was blij voor die mensen. Hij wist wat voor strijd ze geleverd hadden.Lees verder..
29 april 2017 Hij schoof zijn dobber wat omhoog. Het was koud. Zeker voor bijna eind april. De vissen zouden dieper zitten.
Hij moest even wennen. Aan zijn nieuwe gemoedstoestand. Zijn plan was geslaagd. De eerste slag was gewonnen.
Natuurlijk was hij blij geweest. Maar er was ook een vreemd soort leegte.
Lees verder..
6 mei 2017
Hij draaide de Hoogelandsterweg op. De zon stond in het westen laag. Aan de linkerkant van hem lag de dijk. Deze was al jaren afgekeurd. Het verhogen en versterken schoot nog niet erg op.Maar het stormseizoen was afgelopen, dus dat zou voorlopig goed gaan.
Lees verder..
27 mei 2017
Hij kneep zijn blauwe ogen verder dicht tegen het overweldigende zonlicht dat op het water schitterde. Hij hield van dit soort morgens. Een lauwe wind streek over zijn armen. Nog geen mens te zien. Het beste moment van de dag.
Lees verder..
3 juni 2017
Blauwe ogen zagen dat er nog vier waren. Vier kuikens van de eenden die bij zijn visstek hadden zitten broeden. Deze zouden het wel redden, wist hij. Ze waren nu groot genoeg.
De zon scheen uitbundig op het water.
Lees verder..
9 juni 2017
De regen kwam met bakken uit de lucht. Dat had hem niet tegen gehouden, om een hengel uit te gooien.De eenden zag hij niet. Die zaten vast ergens tussen het riet. Hij kon dat begrijpen. Eigenlijk was hij gek dat hij hier zelf zat.
Lees verder..
4 juli 2017
Hij was vroeg. Dat had een reden. Vandaag kwam de man. Een aantal dorpsgenoten was er al. Dit waren de oudere inwoners. Nieuwsgierig naar wat er komen ging. De man was hier tenslotte nog niet eerder geweest.
Lees verder..
12 juli 2017
Hij stond op het schoolplein. Dit zou één van de laatste keren zijn. Na de zomer ging zijn jongste zoon naar de middelbare school. Dan was het voorbij. Zijn jongste, die bijna de helft van zijn leven was geconfronteerd met de gevolgen van de gaswinning.
Lees verder..
5 augustus 2017
Hij had besloten zijn hengels weer te voorschijn te halen. Ze hadden lange tijd in het scheefgezakte schuurtje gestaan. Hij ontkwam er niet aan, daarvoor een zorgvuldig geweven spinnenweb te vernielen.
Lees verder..
13 augustus 2017
Zijn blauwe ogen traanden van het overweldigende lichtspektakel dat op het water weerspiegelde. De zonsondergang was feloranje, rood en flarden roze. Als hij recht boven zich keek was de lucht nog het diepe blauw, van wat het overdag was geweest. In een oogwenk zou de zon verdwenen zijn, achter de horizon. En de maan zou een moment rood kleuren.
Lees verder..
17 augustus 2017
Twee dobbers lagen roerloos in het water. Het was zo'n avond die je alleen in augustus had. Het was bladstil. Half de bevolking was nog met vakantie. Zelfs het riet bewoog niet. Geen geluid.
Lees verder..
20 augustus 2017
De deurbel ging. Exact op het tijdstip dat ze hadden afgesproken.Daar hield hij van. Mensen die hun afspraken nakwamen.
Lees verder..
26 augustus 2017
Hij liep een rondje rond zijn huis. Het was nog zomers warm. Maar de kleur van het licht verried dat de herfst aanstaande was. Over ruim een maand zou het stormseizoen beginnen.
Lees verder..
1 september 2017
De zon wrong zich met geweld door de zware regenwolken. Hij voelde de warmte op zijn huid. De nabijgelegen boom bezweek bijna onder de enorme hoeveelheid spreeuwen, die met oorverdovend gekwetter leken af te spreken hoe ze zouden gaan vliegen naar warmere oorden.
Lees verder..
9 september 2017
Deze week had hij een gesprek bij het bedrijf. Hij wilde ze niet meer in zijn huis hebben. Dus was hij naar Appingedam afgereisd en had zijn auto geparkeerd op de overvolle parkeerplaats. Ze hielden plaatsen vrij voor gedupeerden.
Lees verder..
15 september 2017
Het weer was ruig. Uitzonderlijk fris voor de tijd van het jaar. De boom die vlak bij zijn stek had gestaan, had de eerste najaarsstorm niet overleeft. Alleen de met geweld opengetrokken grond, was nog een teken dat hij er had gestaan. De gemeente had de boom inmiddels veranderd in brandhout.
Lees verder..
21 september 2017
Het was fantastisch zomers warm geworden, op deze eerste dag van de herfst. Het land was leeg, alleen de mais stond er nog. De dobber dreef rustig op het kalme water. Hij vroeg zich af, of de eend, één van de jongen was, uit het nest van dit voorjaar. Verder geen levende ziel te bekennen.
Lees verder..
26 september 2017
Het schemerde al. Maar de temperatuur was nog luw. Je kon nog prima buiten zitten in deze laatste dagen van september. In de verte zag hij de eerste lichtjes wit knipperen. Straks, als het donkerder werd, zouden ze veranderen in rood.
Lees verder..
6 oktober 2017
Haastig rolde hij het snoer op. Achteraf gezien had hij beter hier niet naar toe kunnen gaan. Het land was doorweekt. En hoewel vanmorgen de zon beter weer leek te beloven, waren de buien af en aan gekomen met de harde wind.
Lees verder..
10 oktober 2017
Woest was hij. Zijn blauwe ogen schoten vuur. Met geweld gooide hij de gekookte aardappelen in het water. Het water spatte uiteen en tekende grote kringen. Verschrikt schoten de eenden in het riet.
Lees verder..
19 oktober 2017
De nevel lag nog op het land. Maar de zon scheen er al doorheen. Zonder hengels zat hij op zijn stek. In gedachten verzonken, was hij vergeten ze mee te nemen.
Lees verder..
28 oktober 2017
Hij rilde. Hij had zijn winterjas aan moeten doen. Het verschil tussen boven de tien graden en er iets onder, maakte om de een of andere reden een enorm verschil.
Lees verder..
2 november 2017
Fluitend liep hij naar zijn stek. De zon scheen waterig door de wolken. Het land was week, zacht en nat, door de regen die er was gevallen. En door de zon die te ver weg stond, om het nog te drogen. Eigenlijk had hij geen reden om te fluiten. Maar hij deed het toch. Uit gewoonte.
Lees verder..
4 november 2017
Het vuur likte gulzig aan het nieuwe blok hout, dat hij in de haard had gegooid. Hij verstookte al jaren zo min mogelijk gas. Alleen wanneer het echt steng zou vriezen, deed hij de CV nog aan.
Lees verder..
10 november 2017
Het oogje van de hengel was afgebroken. Hij probeerde het er terug in te schroeven. De hengel was van zijn vader geweest. Zijn vader was veel te jong overleden. Deze week was hij een paar keer in zijn gedachten geweest.
Lees verder..
15 november 2017
Hij zat op zijn werk, ver van huis, met collega's uit heel Nederland. 130 km N33, A28.
Liever was hij vandaag vrij geweest. Het was een belangrijke dag.
Maar het project waar ze met zijn allen aan werkten moest af. Dus een snipperdag zat er niet in.
Lees verder..
25 november 2017
Hij was er even voor gaan zitten deze week. Om de brief over het MeerJarenPlan van de heer Alders woord voor woord door te spitten. Het weer was slecht, dus veel anders was er ook niet te doen.
Lees verder..
28 november 2017
Hij trok zijn jas wat verder dicht. Er stond een gure koude wind. Toch was hij nog gaan vissen. Af en toe geen gedoe aan je hoofd, vond hij wel prettig.
Voor hij was vertrokken, had hij nog even een blik in de krant geworpen. Ze kwamen op bezoek, zag hij. De vaste Kamercommissie Economische Zaken en Klimaat.
Lees verder..
1 december 2017
Het gras kraakte onder zijn voeten. Eindelijk weer eens echte vorst. Daar hield hij van. Hij liep naar het achterste deel van zijn tuin. Tussen de bomen door zag hij de zon opkomen. De nevel kleurde roze. Hij besloot even te blijven staan om dit natuurspektakel te aanschouwen.
Lees verder..
7 december 2017
Knappe prestatie, dacht hij. In één maand en tien dagen was het de nieuwe minister gelukt om het bedrijf uit de schade-afwikkeling te krijgen.
Een huzarenstukje, als het echt waar mocht zijn.
Lees verder..
9 december 2017
Zorgvuldig tuigde hij zijn hengels af. De dobbers en haken legde hij in de plastic sorteerbak. Hij wreef de hengels schoon en hing ze in de haken op de zolder van zijn schuur. Het rook er muf. Naar te weinig ventilatie en oude spullen. Die geur had wel iets. De loodjes borg hij op in het blikken doosje, dat van zijn vader was geweest. De laatste loodjes.
Lees verder..
25 december, Kerst 2017. Vrede op aarde.
Erger dan de vijand, waren degenen waarvan je had verwacht dat ze je zouden steunen. Maar ze deden het niet, of in het ergste geval pleegden ze verraad.
Lees verder..
Er zat weer een stijgende lijn in. In de gasprijs die al geruime tijd een daling liet zien. Vanaf 8 januari vertoonde de AEX weer mogelijkheden op the spotmarket voor het vervloekte natural gas. Voor Shell was alles een win-win situatie. De economische regel van dreiging van schaarste en prijsstijging ging nog steeds op. En het deed hun aandeel in LNG-projecten ook best goed.
Lees verder..
Eindelijk was het zover.
Na een lustrum van trekken, sjorren, informeren, overtuigen, demonstreren, waarschuwen, de wet doorspitten, politici informeren, bijeenkomsten organiseren, het KNMI bestuderen, gedupeerden bijstaan.
Door de die-hards.
Door de pitbulls op het gasdossier, beter geïnformeerd dan de Minister President.
Lees verder..
Vanmorgen was alles in één klap duidelijk. Het grote bedrijf achter het bedrijf had zich teruggetrokken. Hun eigen kroonprinsjes in Assen met @shell in het mailadres opofferend. Het zou ze weinig pijn doen, wist hij.
Lees verder..
Met een grote grijns op zijn gezicht sjompte hij door het land. Losjes in zijn hand, de hengel vasthoudend die hij zojuist van zolder had gehaald.
Des te langer hij er over nadacht, des te meer hij de humor ervan in kon zien.
Lees verder..
De MP had gezegd dat het regeerakkoord er was voor de gewone normale Nederlander. Wat dat dan ook mocht zijn.
Dus vanavond deed hij zijn best om een normale Nederlander te zijn. Dat viel niet mee, want hij was vergeten hoe dat was.
Lees verder..
Op de terugreis van zijn werk, had hij gehoopt nog een staartje van het gasdebat te horen. Nadat hij na anderhalf uur het asfalt afdraaide, was er nog geen woord over gevallen.
Na de euforie van nog geen twee weken geleden, was de media blijkbaar weer over gegaan tot de orde van de dag.
Lees verder..
Met driftige passen, verpletterde hij het bevroren gras. De sprietjes gebroken in zijn voetafdrukken achterlatend. Zijn longen vulden zich met koude lucht. De zon verblindde zijn ogen, weerkaatsend op het witte landschap.
Hij was woest. Om alles. Hij gaf zichzelf een compliment dat hij nog niemand te lijf was gegaan.
Lees verder..
Voor de verandering, zakte hij niet tot zijn enkels in de natte zachte klei. De lage temperatuur had het land veranderd in een hobbelig oppervlak. De sporen van mens en dier halsstarrig vastgevroren. Het gras had een kleur dat het midden hield tussen bruin en mosterdgeel. Hij kon zich nauwelijks voorstellen dat over een aantal weken het hier fel groen zou zijn.
Lees verder..
Met gierende banden parkeerde hij zijn auto in de berm. De vorst was uit de grond verdwenen. Hij wist dat hij net zo goed de sloot in had kunnen schieten. Maar het interesseerde hem geen bal.
Hij was woest.
Lees verder..
Hij had ronduit een klotenweekend achter de rug toen hij maandagmorgen naar zijn werk reed. Dat kwam door weer een nieuwe regeling die was onderhandeld. Voor de oude schadegevallen. Maar waar hij wederom geen gebruik van kon maken.
Lees verder..
Hij liep langs de wal van het Maar. Aan de manier waarop de takken zich bewogen aan de bomen, kon je zien dat het koud begon te worden. Met een soort stijfheid bewogen ze hevig heen en weer in de wind. De soepelheid bij temperaturen boven nul was eruit verdwenen.
De kou van een week geleden was terug.
Lees verder..
Hij liep met een grote glimlach over het land. Stralende zon, harde oostenwind. Hij hield daar wel van.
Vanmorgen was hij even bij Jan geweest. Jan was niet de jongste meer en zeven dagen hongerstaking was niet niks.
Lees verder..
Heel voorzichtig meldde het voorjaar zich. De twee eenden scharrelden al een paar dagen langs de kant. De zon liet zich voorzichtig zien. De wind was geluwd.
Lees verder..
De lucht was grijs en regendruppels vielen gestaag naar beneden. Hij was alleen. Hij liep met zijn jas hoog opgetrokken, tegen het kille weer. Koud was het eigenlijk niet.
Lees verder..
Er stond een waterig zonnetje. Maar het waaide stevig. Dus hij verwachte dat de zon in afzienbare tijd volledig tevoorschijn kwam.
Sinds een aantal weken zaten er zwanen. Ze liepen ongemakkelijk over het land met poten die daarvoor niet geschikt waren. De vleugels in een vreemde houding waardoor het leek alsof ze gebroken waren.
Lees verder..
Het was voorjaar. Zo maar ineens onverwacht. Reden tot optimisme. Maar terwijl hij langs het Maar liep, voelde hij een zekere treurigheid in zich opkomen.
Lees verder..
De waterdruppels vormden een glinsterende laag op het gras, waar de zon uitbundig scheen. Zijn voeten lieten er sporen na waar de waterdruppels van de sprietjes waren gerold. Weldra zouden de druppels zijn verdampt.
Lees verder..
Het was nog bloedje heet. Hij lag in de tuinstoel achter het huis. De dreigende bruingele wolkjes waren door de zon veranderd in onschuldige witte. De wind was weer gaan liggen.
Het gras was van het land, maar hij zag verder geen drukke activiteiten van tractoren. Met die regen zou het nog wel even goed gaan.
Lees verder..
De zwanen zaten er nog steeds. Ze hadden zich niet laten verjagen door de tractoren met opraapwagens van vorige week. Toen het nog warm was.
Zijn dobber dreef rustig op het water.
Lees verder..
Het was ongelooflijk stil. Op deze doordeweekse middag. Alleen het drukke gekwetter van mussen en kwikstaartjes was te horen. Geen menselijk geluid. Rustig schoffelde hij de perkjes langs zijn gazon. Wat hem betreft de beste manier om uit te rusten van alle hectiek die momenteel speelde.
Lees verder..
Hier moest hij toch echt even voor gaan zitten. Hij zat aan de walkant in het water te staren. Zonder vishengel deze keer. Het weer was van alles niks, niet warm niet koud, geen zon, ook geen regen. Bijna zoals het in Groningen was gesteld met de gedupeerden.
Lees verder..
Het felle glinsterende licht deed zijn ogen tranen. De rimpels die ontstonden wanneer hij ze dichtkneep waren dieper. De zon leek eindeloos te schijnen deze zomer. In zijn herinnering waren alle zomers zo geweest toen hij jong was. Hij wist dat dat niet waar was.
Lees verder..
Zaterdagavond was hij gebeld. Door een goede kennis. Of er een fotograaf mocht langskomen. Om te zien wat gaswinning met huizen deed. Hij had het prima gevonden. Iedereen die dit met eigen ogen wilde aanschouwen, was welkom.
Lees verder..
Fluitend liep hij naar zijn stek. Het was al even weer geleden. Geen mens te bekennen, ook geen dier trouwens. Eenden of zwanen waren nergens te zien.
Lees verder..
Vaag zag hij de contouren van de koeien die de wei inliepen. Mistvlagen hadden zich gevormd vlak boven de grond, hooguit anderhalve meter hoog. Het zou niet lang meer duren of alles zou roze kleuren, zodra de zon erachter op zou komen.
Lees verder..
Met een grote glimlach op zijn gezicht, liep hij langs het Maar.
Zo maar een doordeweekse dag vrij. En hij hoefde niets vandaag. De timing was perfect. De dag was met een stralende zonsopkomst begonnen.
Lees verder...
Het was zo'n dag, dat je merkte dat de winter eraan kwam. Hij hield daar wel van. Hij liep door het land, dat deze zomer zo droog was geweest. En voor de tijd van het jaar, was het nog steeds droog. Normaal was het al veranderd in een modderpoel.
Lees verder...
De dobber lag roerloos in het water. De zon schitterde eindeloos haar stralen vooruit. Hij was er even niet. Althans niet om zijn dobber in de gaten te houden. Hij was in slaap gevallen. Op deze prachtige dag in februari. Waar de temperaturen hoger waren opgelopen dan ooit.
Lees verder..
Het weer was dramatisch onstuimig. Sneeuw, regel, hagel, zon en storm, alles bij elkaar. Hij was driftig bezig de meer dan vijftig jaar oude druivenstruik tot het maaiveld af te zagen. Dat driftig hoefde helemaal niet. Het hout was zacht. Maar driftig was hoe hij zich voelde.
Lees verder...
Hij zat in zijn auto. Op weg van zijn werk naar huis. Het verkeer was gestokt, maar hij had geen haast. Hij keek vanuit zijn rechter zijruit naar buiten. Daar zag hij een hand. Zo'n hand waaraan je kon zien dat het had gewerkt.
Lees verder...
Hij stak de haak in zijn duim. Het was ook veel te warm. Er waaide wel een windje, maar dat had meer iets weg van zo'n verfbrander. Hij had hier eerder moeten zijn.
De rode bloeddruppel veranderde in een klein stroompje. Eigen schuld, opletten waarmee je bezig was.
Lees verder...
Hij zat aan de andere kant. Een typische eigenaardigheid wanneer je moest verhuizen naar de andere kant van de weg vanwaar je woonde. Eigenlijk was alles een typische eigenaardigheid. Niets leek op wat de rest van Nederland gewend was.
Lees verder...
Zijn blauwe ogen keken naar het water. Het was grijs. Het land dat geploegd was, was eveneens grijs. De lucht erboven had een grijze kleur, zoals je alleen in dit jaargetijde kon zien. Eigenlijk was alles grijs.
Lees verder...