De bulldozer
Je zit in de woonkamer de krant te lezen. Je hoort wel een vreemd geluid, maar kunt het niet precies plaatsen. Dan een knal, de planten staan te trillen voor de ramen. Je schrikt een moment en vraagt je af, wat dat in godsnaam was.
Dat was ik, op mijn bulldozer. Ik kwam langzaam aanrijden en gaf een tikje tegen de voorgevel van je huis. Maar dat weet jij dan nog niet. Later hoor je van de buren dat ze eenzelfde ervaring hebben. Ook zij weten niet wat het was.
Ik kom weer terug, 's nachts. Geef nog eens een tikje tegen je huis. Nu op de hoek. Je schrikt wakker, maar weet niet waarvan. Sommige buren vertellen je de volgende dag dat ze wakker zijn geworden die nacht. Anderen hebben niets gemerkt.
En dan ontdek je een klein scheurtje, daar bij de hoek van je huis. Je maakt je niet direct zorgen, maar vraagt je wel af hoe dat is ontstaan. Je voegt het maar weer dicht.
Een paar weken gebeurt er niets. En dan overdag ineens weer dat geluid gevolgd door een beste dreun die het hele huis doet trillen. En dan zie je mij, op mijn grote gele bulldozer.
Ook de buren hebben hetzelfde meegemaakt. En je wordt kwaad. Wie heeft het gore lef om jouw huis kapot te maken. Het kleine scheurtje in de hoek van je huis is inmiddels door de vele tikken veranderd in een forse scheur. En rond de raamkozijnen worden ook steeds meer scheuren zichtbaar.
En ik in mijn grote bulldozer, blijf komen. Soms twee keer per week, soms maanden niet. Soms overdag als je niet thuis bent, maar ook 's nachts. Soms word je er wakker van, maar soms ook niet. De tikjes variëren van heel zachtjes nauwelijks voelbaar, tot geraas gevolgd door een beste knal waardoor de ramen staan te trillen.
Je hebt geleerd dat je andermans spullen niet mag vernielen. Dat is een algemeen gerespecteerde norm. Het is wettelijk vastgelegd. Je bent boos en wilt mij tot de orde roepen. Stop daarmee, met mijn huis vernielen. En je wilt dat ik de schade herstel.
Maar dat lukt niet. Ik zit veilig in mijn grote gele bulldozer. En ik word beschermd. Ik ben onaanraakbaar. Een cordon van politici en aandeelhouders beschermt mij. Je wordt nog bozer. Want je kan niet bij me komen. En ondertussen blijf ik langskomen en geef tikjes en tikken tegen jouw huis.
Op een gegeven moment worden alle buren boos. En jullie gaan verhaal halen. Door mij wordt een organisatie neergezet. Dat is bedoeld om af en toe wat scheuren dicht te voegen in jouw huis. Daar mag jij je melden.
Maar jullie blijven boos. Dus de minister bedenkt een onafhankelijke organisatie. Die organisatie gaat iets doen met jouw huis. Ze willen jouw huis, jouw eigendom versterken. Je weet niet hoe ze dat gaan doen. Je weet wel dat je huis nu in de kreukels ligt en dat er best eens iets heel erg mis kan gaan, wanneer ik weer kom met mijn grote gele bulldozer. En ik blijf komen.
Eerst worden de huurwoningen in de straat versterkt, zodat ik met mijn bulldozer er tegenaan kan blijven tikken, voor, achter, aan de zijkant of op de hoek. Soms twee keer per week, soms maanden niet. Maar inmiddels weet iedereen dat ik blijf komen. Maar ik ben niet selectief met mijn bulldozer. Ik tik ook nog steeds tegen de huizen die niet zijn versterkt. En jij bent machteloos en ik machtig in mijn grote gele bulldozer.
Dit is wat er gebeurd in Groningen.